7 februari 1873
Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Dubbel velletje postpapier, waarvan twee bladzijden beschreven. (M.M.)
van der Palm, Scheltema enz.: Idee 734, 753-755; zie V.W. IV blz. 457, 473-481.
Wiesbaden 7 februari 73
Waarde funke! Ik kan u niet zeggen hoe bly ik ben met uw brief. Ja, dat stuk had me zeer gewond. Ik wurm zoo hard ik kan om ieder 't zyne te geven en dan zóó te worden uitgescholden.
Ik gis dat ik de aanleidende oorzaak ken. Gy kunt dit eenigzins beoordeelen. Heeft de Veer myn brief aan U over Kritiek gelezen? Dit denk ik, en zoo ja, dan zit dáár de knoop. De hoofdoorzaak zit in litterarische haat. Ik beweer nog altyd dat gy de zaak van Vosmaer verkeerd inziet. Ge denkt daarby slechts aan V. - die 'n goed mensch kan zyn - maar niet hy is de man. Ik zoek den grond dier historie in de my zeer goed bekende tegenwerking van den Spectator. Bedenk eens: onder die heeren is de ‘litterator’ ten-Brink, die aan de Geyter zei dat men myn adres by ‘jufvrouw Anderson’ moest vragen. (Ik heb haar nooit aangeraakt.) Ik zie duidelijk 'n breuk tusschen 't eerste stuk en het tweede. De ‘bewondering’ werd omgeknoeid in ‘vergeving’. en... de toegezegde behandeling van den hoofdinhoud des stuks bleef achterwege. Ik durf m'n kop wagen aan de zekerheid dat Vosmaer dat tweede stuk onder invloed heeft omgewerkt. Zoo als 't daar ligt, is 't geen kritiek. Dit heeft met mooi of leelyk beiden niets te maken. Ik ben volstrekt niet gevoelig - d.i. boos - over litterarische aanmerkingen. Ik ben bereid ze zelf te leveren. (Dát had ik na 't eerste stuk aan V. willen doen! En misschien publiceer ik ze nóg.)
Maar ik word kwaad als ik oneerlykheid opmerk, want die kan dikwyls blyken uit schynbaar letterkundige fouten. (Zie III bundel over van der Palm, Scheltema, Muurling &c. Om de letterkundery als zoodanig geef ik niets.)
Welnu, ik houd het er voor dat de Veer na m'n opmerkingen over Kritiek - 'n moeielyk vak, moeielyker dan 't maken van drama's - in den brand zat. En nu is die onverwachte aanval 'n uitweg om 't voorgenomen stuk niet te leveren.
Ik moet haastig eindigen, volgende post meer. Met 'n voorstel om U op gemoedelyke wys in staat te stellen de zaak goed te behandelen.
hartelyk gegroet
tt
DD
Ik werk nogal goed. en voel me wel.
In vliegende haast! Dank voor uwe brief.