Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

11 april 1867

van

Multatuli

aan

Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 12. Brieven en dokumenten uit de jaren 1867-1868 (1979)

terug naar lijst

11 april 1867

Brief van Multatuli aan Tine. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.)

den 10n April: hun trouwdag.

Keulen 11 April 1867

lieve beste tineke, Ik heb je brief met het snoepige briefje van non er in, en jou brief is ook zoo lief en prettig. Ja, want zoo vreesselyk als 't me in je vorige brieven aandeed, en nu nog natuurlyk, dat je lydt, zoo heerlyk is my nu de gegronde hoop dat ik woord zal kunnen houden en je verlossen. Dat moet, en ik hoop dat het gaan zal. Ja, lang vóór Augustus. Want niemand kan vorderen dat je als je gezondheid het niet toelaat zoo'n betrekking aanhoudt. Dat kan niet! Myn hoop is op Antwerpen, en ik ben byna zeker dat er wat uitkomst zal komen. Hoe dan? Dit beslis ik nog niet. De hoofdzaak is dat je rust krygt en by me komt. Dàn zullen we verder zien.

Mimi had by je willen komen om je aftelossen. Maar na lang overleg stuitte ik op je verhouding met Stefanie. Kyk, als ik geld heb om je de reis te laten doen, kan ik dunkt me zeggen: Kom! Maar ik mag niet zeggen: ga by Stefanie, want daarover heb ik geen beschikking, noch over haar huis, noch over jou wil om daar al of niet te zyn. Als dus Mimi (van haar Papa geld vragende om een betrekking ver weg te zoeken) in Milaan kwam zou 't de vraag zyn of 't je schikte. De bedoeling was dat zy dan zoolang ik je niet kon laten komen non op school zou houden, om je komen by Stefanie te verligten. Maar nog eens wy kunnen niet beslissen over jou relatien. Dat is niet te kennen op 'n distantie. Nu, en als je dus Mimi's komst niet had kunnen gebruiken, zou zy daar verlegen hebben gestaan. Want als ik niet tegelyker tyd geld had om je te laten komen, en je moest dan ongaarne zoolang by Stefanie zyn - Enfin. We doen het niet. Geld om by my te komen is beter.

Denk van Mimi het edelste wat je kunt. Wat ze met moed gedragen heeft is waarlyk niet te zeggen. En ook nu. Ze begrypt dat jy coute que coute verlost moet worden, en reeds lang voor ik kans had te Antwerpen geholpen te worden was haar wil om je te vervangen. Dàt zou kunnen, maar de vraag was waar en hoe je je rust zou krygen. En nu is er kwestie van dat ze naar Weenen gaat. Voor die reis zou haar papa haar 't geld geven. Myn hart bloedt als ik er aan denk, daar 't niet gezegd is dat zy daar slagen zal. - Maar ik heb groote plannen, en dan zal ook dàt in orde komen.

Nu ben ik in een veine van wat voorspoed. We kunnen dien goeden de Geyter niet genoeg danken. Ook de persoonlyke goedheid en rondheid. een edel mensch. Bedenk eens: hy is arm! Zyne lieve hartelyke vrouw heeft niet eens een meid. Zy kookt en schuurt zelf! Nu al wat my in Antw. wedervoer, komt van hem, of dóór zyn initiatief. De familie Flemmich, waar ik logeerde, schryft me. Mevr. Fl. zendt my rookvlees en thee. De hartelykheid is niet te beschryven. Nu, de hoofdzaak is dat ze weten dat ik je verlossen wil; en dat Mevr. Fl. my gister schreef: nog één klein beetje geduld, gy hebt vrienden hier. Dus hoop ik beste tine! Je begrypt hoe my je toestand drukt! -

En nog iets goeds. Daar heeft Huet in het tydschrift Nederland een stuk over myn laatste brochure geschreven, dat klinkt als een klok! Dat moet je lezen! Zoo iets geeft moed om weer wat te leveren. Daar ik nu myn eene exemplaar niet missen wil, vraag ik vandaag aan van Helden je er een te zenden. Ik hoop dat hy 't doet. Zoo niet dan zend ik je 't myne. Dat stuk van Huet is schoon! Hy zegt dat ik Prof. Bosscha heb afgemaakt, maar eigenlyk doet hy 't, zoo dat ik medelyden met B heb. Maar wat het mooist is, hy vraagt of er geen ‘nationale belooning’ moet worden gegeven aan den man die - enz. Je moet het lezen, en je zult tevreden zyn! Kyk, zoo iets geeft moed.-

Als je 't ontvangt, tracht het dan Edu uitteleggen. Die kwaje man. Och wat zal ik met hem praten! En met non niet minder, dat verzeker ik je. Wat schryft dat lieve kind beeldig. O, ik zal heel zacht voor haar zyn, ik begryp wel dat dit moet, maar ik vind het ook makkelyk. En ze wil een horloge hebben! Wel komaan, zoo'n nest! Schryft ze zoo'n briefje alleen? Dat begryp ik niet. Ik durf haar geen horologie beloven, want ik zou verlegen zyn voor andere menschen, maar anders geloof ik waarachtig dat ik 't doen zou. Nu weet ik beter. Zoodra ik haar (en Edu) iets zenden kan, zal ik haar zeggen dat zy zelf opspaart. Ik vind het zoo komiek vertrouwelyk van Edu dat hy er op rekent dat ik niet boos ben over zyn niet-schryven. Toch wilde ik graag wat van hem hooren. Die malle jongen in z'n leesbibliotheek om 't schoolwerk te maken! Och, alles treft my zoo.-

Het stuk van Huët is curieus! Waarlyk, 't is meer dan myn heele brochure-zelf. En ik geloof als Bosscha te kiezen had dat hy liever myn aanval dan dien van Huët heeft. En aardig is het dat Huët een paar dingen in myn styl of schryfmanier uitlegt die ikzelf niet zoo inzag. Je moet het zeer attent lezen, en meer dan eens. 't is de moeite waard. En zoo hartelyk!

Ook betoogt hy in weinig woorden 1o dat ik niet onbedachtzaam ben zooals velen willen beweren. 2o Dat myn laatste woord: leve de Koning! een bewys is dat ik practisch ben. (Hy zegt niet, maar laat voelen: je lui begrypt wel dat Mult. niets om dien Koning geeft, maar dat hy als middel tegen dien ellendigen Holl. troep inziet, dat er op 't oogenblik royalisme noodig is, en dus niet uit sympathie of anthipathie gedreven wordt.) -

Hooreens dat ze je fr 1.20 hebben laten betalen is infaam, want Mimi heeft den brief laten wegen. Ik kan 't niet van myzelf verkrygen (als ik een zegeltje koopen kan, zoo als nu) niet te frankeren. Och dat is zoo moeielyk. Jou nog van je armoede te laten betalen. Nu, ik hoop, ik hoop je spoedig te redden.

Gister was 't den 10n April! Och, ik heb er zoo aan gedacht. Maar nu toch iets opgeruimder omdat ik hoop heb.

De familie Flemmich te Antw. heeft my te logeren gevraagd, maar daar is veel tegen. By alle belofte van vryheid is tòch 't logeren altyd onvry. Bovendien die menschen zyn zóó hartelyk dat ik ook hartelykheid moet teruggeven, en dat put uit op den duur.-

Och, ik wensch je zoo rust toe! En ik hoop nu zoo dat je 't weldra krygen zult. Maar als ik 't geld heb, zou 't ongerymd zyn tot Aug. te wachten. Kind, alsje toch bezwykt, kan zoo'n engagement geen verband zyn. Dat zou immers ook de Docter zeggen.

Nu een paar woordjes aan myn lief nonnetje. ('t Couvert is voor Edu) dag lieve beste tine. houd nog een beetje moed.

Ma bonne chère nonni, je te remercie beaucoup de ta lettre, et je vois avec plaisir que tu écris très-bien déjà. Quant-à l'argent dont tu me parles, tu as raison, il vaut mieux économiser pendant quelque temps pour avoir de quoi acheter une montre. Mais, mon enfant, il faudra attendre très longtemps avant que nous aurons assez pour faire une telle dépense. D'ailleurs tu es encore un peu jeune, n'est-ce pas? Eh bien, tant mieux, nous aurons le temps. Je ne l'oublierai pas. Maman m'écrit que tu es très gentille et très appliquée. Tu es ma bonne chère enfant comme tu as toujours été. J'espère tant que je te reverrai bientôt, et Edouard aussi, et maman aussi. Cela sera une grande fête. Et j'espère ne plus jamais nous quitter. Adieu chère enfant.