Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

30 mei 1865

van

Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)

aan

Multatuli

 

Volledige Werken. Deel 11. Brieven en dokumenten uit de jaren 1862-1866 (1977)

terug naar lijst

* Waarschijnlijk 30 mei 1865

Brief van Tine aan Multatuli. (Brieven VII, blz. 54-56; Brieven WB VII, blz. 43)

Nonnie was 1 juni 1857 te Soerabaja geboren.

schommelen zoolang: de zaken zó beredderen dat; zólang zoeken of bedelen, totdat.

Dingsdag avond.

Beste Dek! Deze dag is voorbygegaan zonder dat ik lastig gevallen ben, je begrypt by ieder geritsel klopte myn hart van angst, in die zenuwachtige stemming heb ik den ganschen dag doorgebragt met een hemd van jou die je niet meer droeg voor Edu te fabriceeren. Ik zal dat hemdje er dikwyls op aanzien.

Arme Dek wat zult ge tobben. Och ik vind 't lot ons al te zwaar vervolgt. Dek je moet maar niet de moed opgeven, hoewel ik begryp hoe moeielyk 't is, ik weet niet wat te doen, hoewel ik veel denk, alles zou me doen besluiten om uit die fatale positie uit te komen, ik zou wel naar Engeland willen gaan omdat men daar niet vervolgd kan worden. Wat is geld veel waard, eenige duizende en veel viel zoo maar weg wat nu zoo drukkend is. Wat zal ik bly zyn als de lieve Non zich met haar viool onafhankelyk kan maken, 't Zou zoo bitter jammer zyn als 't kind 't nu niet voort kon zetten, ze begint nu juist er idee van te krygen. Ik ben nog nooit zoo angstig en bezorgd geweest als nu. 't Hart wordt me toegeknepen kassian kassian! En de lieve kinderen zyn zoo onbezorgd gelukkig! 't Is donderdag Non haar verjaardag, 't kind droomt er van. Al kan ik niets koopen, ik zal haar toch wat geven, ik zal schommelen zoolang ik wat heb. By alles noemt het donderdag. ‘Denk aan overmorgen.’ 't Zyn beste lieve jongens met hun defautjes er by. Alles doet zeer, ik kreeg daar een bezoek van de ouders van Willème (de huiseigenaar) om afscheid te nemen. Zy gaan morgen weg; die menschen zyn 75 en 80 jaar en roemen 't leven en voelen zich nog zoo jeugdig en gelukkig. De oude vrouw loopt nog als een kiewiet en zoo regt dat menig jong meisje er een voorbeeld aan mogt nemen. Och ik weet ook niet waarom ik dit alles schryf. Je stemming is er zeker niet naar enfin de myne is er ook niet toe.