Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

10 april 1862

van

R.C. d' Ablaing van Giessenburg (bio)

aan

Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)

 

Volledige Werken. Deel 10. Brieven en dokumenten uit de jaren 1858-1862 (1960)

terug naar lijst

10 april 1862

Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan Tine, geschreven op de 16de trouwdag van Multatuli en Tine. (Kopieboek I, blz. 599; M.M.)

Lieve beste vriendin

Ja ge hebt gelijk, wij kennen Dekker, en daarom juist zijn wij hem zoo broederlijk genegen. Wij begrijpen hem, omdat wij met hem gevoelen; en omdat wij bij hem zijn, doen wij zoo veel mogelijk wat gij zelve zoudt doen als ge hier waart, dat is immers natuurlijk; als we dat zouden nalaten, zouden wij - neen, mogten wij niet zeggen dat wij hem begrepen. - Dat weet ge, dat gevoelt gij zelve; - want ook U kennen wij; ook met U gevoelen wij, Dekker en zijne Tine zijn immers één, één als wij beiden één zijn, één - als wij allen met ons vieren, één zijn, zoude ik bijna durven zeggen. - Het verwondert ons niet dat ge, na al de treurige ondervinding die ge van ‘menschen’ hebt opgedaan, aangenaam verrast zijt geworden, oprechte sympathie te vinden; maar nu ge eenmaal weet dat ge ze bezit, moogt ge er ons niet voor bedanken; - is er eenige verdienste in te doen wat men niet laten kan. Maar nog veel minder moogt ge denken dat wij u ongunstig kunnen beoordeelen, - gij zegt zelfs zwaar veroordeelen - foei, moogt ge nog twijfelen aan ons hart, alsof wij niet geheel met U medegevoelden, of aan onze bevatting, alsof wij de indrukken, die u beiden ons van uw karakter gegeven hebt, niet juist zouden weten te difinieren. O, ken ons, wat wij U bidden mogen, zooals wij U kennen, begrijp ons zooals we U begrijpen. En als ge ons zoo kent, zoo begrijpt, verontschuldig U dan nooit meer tegenover ons, iedere verontschuldiging zou een ongelijk zijn dat gij u zelve zoudt aandoen. Gij zijt te entier, uw hart is te juist gestemd om verontschuldigingen voor U zelven, dus ook voor ons te behoeven. Wij spreken u met ons geheele hart tegen, wanneer ge beweert vijf minuten te laat komen somtijds in uw gevoel van sympathie met Dekker. Het is immers niet uwe schuld dat ge door uwe tijdelijke afwezigheid verstoken blijft van zoo vele, schijnbaar nietige indrukken, die op het gemoed van Dekker invloed uitoefenen, en die gij, vaak, alleen door uw volkomen medegevoel, hebt te ontwikkelen uit de gevolgen die ze te voorschijn roepen. - Zoodra ge weder bij elkander zijt, en dan voor goed, zult ge zelfs geene vijf minuten meer te laat komen; daarvoor staan wij U borg. Het maakt ons zoo innig gelukkig te kunnen voorzien dat spoedig alles een gunstige keer zal nemen, dat we spoedig voor uwe behoorlijke ontvangst zullen kunnen zorgen, dat wij, juist wij, u in uwe woning zullen kunnen opwachten. En dat zal gebeuren, ik reken er op, en ik reken niet zoo ligt op de toekomst of op beloften.

Zoodra gij hier zijt, daar kunt ge verzekerd van zijn, zullen wij ook trouw eene oude schuld afdoen, die wij nog aan U hebben, - wij zullen herstellen wat wij tot heden te kort schoten in het wisselen onzer indrukken met de uwe, ten minste onmiddelijk, want door Dekker hebben wij het toch zeer vaak middelijk gedaan.

Ontvang, beste vriendin, onze hartelijke gelukwenschen met den 16den gedenkdag van uw huwelijk. Den 17den dag moeten wij eens regt genoegelijk en familie vieren, - en het jaarlijks herhalen; maar als wij met U den 10den April vieren, dan viert gij met ons den 18en April, daar staan wij op.

Tot ziens dus - tot wij onze zorg in uwe handen kunnen terug geven; reken steeds op ons als uwe opregte vrienden.

R.C. d'Abl. v. G.

P.S. Wij hebben uw handdruk overgebragt. Dekker is op het oogenblik zeer goed gestemd. Hij zal stellig heden avond weder even veel - neen geen toejuiching, - maar stilte, diep gevoelde eerbied opwekken, en oogsten, als heden voor acht dagen en even veel succes als te Leiden. Van harte gegroet

t.a.v.