Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

9 november 1856

van

Multatuli

aan

Tine Douwes Dekker-van Wijnbergen (bio)

 

Volledige Werken. Deel 9. Brieven en dokumenten uit de jaren 1846-1857 (1956)

terug naar lijst

* 9 november 1856

Brief van Dekker aan Tine. (Brieven II, blz. 203; Brieven WB II, blz. 159) In de onderstaande brief is: 1858, een verbetering uit 1857, dat een druk- of schrijffout moet wezen.

Zondagavond (9 November 1856).

Lieve beste beste Tine! Van Son gaat morgen vroeg naar B/z. terug, en ik ga niet mede. Er is weer iets hoop. Ik kan niet laten het u te zeggen. De zaak is aldus. Ik was na mijn laatsten brief, die heel verdrietig was, besloten met hem weer terug te gaan, en paarden enz. was reeds besteld. Maar op eens zeide ik eergister dat ik van besluit was veranderd en niet met hem meeging. Hij vroeg waarom? Och. zeide ik, ik ben koppig van aard, ik heb mij nu eens in het hoofd gesteld dat ik hier in Bandong iets zou vinden, en nu verzeg ik het om onverrigter zake hier vandaan te gaan! Hij antwoordde eerst niet maar gister was hij een beetje handelbaarder. Na lang praten bestaat er nu een half of kwart accoord. Het is nog zeer vague doch ik blijf nu in allen gevalle nog wat hier, want ik wil eens spreken met Philippeau die hier is, en bovendien het kon zijn dat van Son zich alleen handelbaar toonde om mij van hier te lokken om hem niet in den weg te zitten. Ik moet van avond met hem praten en daarom schrijf ik kort. Uw briefje van vrijdag heb ik ontvangen. Ja ge moet van Batavia af. Liefst naar Gadok, maar gij kunt te B/zorg uitrusten. Domme meid, de post te Batavia is:

Vertrek:

Woensdag, Zaturdag.

Aankomst:

Dingsdag, Zaturdag.

Gij ontvangt dit schrijven Dingsdag en kunt mij schrijven Woensdag.

Als ik klaar raak zal ik veel te tobben hebben met geld in den beginne, maar er is hier veel moois: rozen, dahlia's, lief huis, goed bad, gezond klimaat en prachtige omstreken. Ik zie u in gedachten al hier met Edu. God gaf het.

Waarschijnlijk ga ik over een week van hier. Ik moet eenige kennissen maken na het vertrek van van Son. Hij is met ieder gebrouilleerd en dat is mij tot nog toe hinderlijk geweest omdat ik bij hem logeer.

Ik heb een paard gekocht voor f60. Heel jong; het is een schek, je weet wel. Edu zou hier wat kunnen wandelen en ik zou hem leeren klimmen tegen hoogten. Maar in de molen mag hij niet komen, daar moet een afsluiting gemaakt.

Er is hier een bad in huis. Je kunt zoo uit je slaapkamer een stortbad nemen. Eigenlijk moest ik je niet hierover schrijven. Als het nu weer misloopt is het zoo bitter. Maar in godsnaam verheug u dan maar al is 't voor een paar dagen. Jammer dat van Son zoo lang tijd van bedenken heeft. Intusschen kijk ik hier eens goed rond. Het minste was mij goed genoeg, al was 't een aardappeltuin. De hoofdzaak was hij wou geld hebben. Nu is er kwestie van een jaar huren en op 1o 1858 koopen contant. Als ik hier eerst in ben als huurder heb ik meer kans op geld over een jaar, want dan ben ik in connexie met huizen op Batavia. De huur zou hoog zijn, maar toch niet zóó of ik zou er mee vooruit komen. De zaak is mooi.

Als ik slaag zou ik de meubels trachten over tenemen dan is daarmede geen soessah. Ik geloof wel dat hij er te duur mee is, maar ik neem met alles genoegen als ik maar klaar raak.

Dag beste lieve Tine. Uw briefje was heel lief. Ik verlang dol naar u. Geef die kwade Edu drie harde klappen en een zoen.