7 december 1880
Brief van P.M. Bos aan Mimi. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2 (½) beschreven. (M.M.)
Zijldijk, 7 Dec. 1880
Mevrouw!
Sedert jaren ben ik de leerling van Uwen Echtgenoot de Heer Douwes Dekker en sedert jaren zijn zijne werken de vraagbaak en wegwijzer voor mij. Sterk was dan ook verleden winter, toen Z.E. in de Doelen te Groningen logeerde, mijn verlangen om Hem te spreken en heb toen het genoegen gehad eenige oogenblikken in zijne tegenwoordigheid door te brengen. Eene verlegenheid die uit hoogachting en eerbied voortsproot maakte zich toen echter van mij meester en de tijd was te kort dan dat ik dit toen kon overwinnen. Wat ik toen ook tevens wilde durfde ik niet n.l. een finantieel bewijs leveren van de hoogachting des leerlings aan zijn meester.
Mag ik daarom U verzoeken Mevrouw of ik Uwe tusschenkomst mag gebruiken om Uwen Echtgenoot driehonderd gulden aan te bieden? Zoo ja, dan zal ik direkt na eenig antwoord die ik hierop beleefd van U verzoek U deze som per postwissel zenden.
Mocht ik echter te vrij zijn geweest of mocht U deze handelwijze minder verkiezelijk oordeelen dan zou ik heel graag nadere inlichtingen willen hebben.
Hoogachtend, Uw D.W. Dienaar
P.M. Bos.
Aan Mevrouw Douwes Dekker
Geisenheim am Rhein.
Mijn adres is:
P.M. Bos Zijldijk
Prov. Groningen