Multatuli.online

Lijst van correspondenten in alfabetische volgorde

A · B · C · D · E · F · G · H · I · J · K · L · M · N · O · P · Q · R · S · T · U · V · W · X · Y · Z

26 februari 1880

van

Multatuli

aan

Mimi Douwes Dekker (bio)

 

deze brief in handschrift

download handschrift

Volledige Werken. Deel 20. Brieven en dokumenten uit de jaren 1879-1880 (1989)

terug naar lijst

26 februari 1880

Brief van Multatuli aan Mimi. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.) De brief werd op 27 februari voltooid.

Leeuwarden, 26 febr 80

Donderdag middag lieve beste Mies, 't laatst schreef ik je van Groningen, op m'n vertrek staande naar Winschoten. Dáár ben ik geweest, heb er gesproken, en ±2 uur was ik al hier, na 3 uur sporens. Ik heb al bezoek gehad van Hilda & Ymkje [1.] Hilda & Ymkje: mevrouw Bruinsma en mevrouw Braunius Oeberius.. Straks komt Bruinsma. Ik ben heel wel, en heb te Winschoten, hoewel in 'n afschuwelyk logement met rammelende vensters en ellendige bediening, niet gehoest. Dat 's dapper vind ik. En 't woei 'n storm en de regen kletterde, o 'n leven om gek te worden. De logementhouder was 'n buffel zoodat de anders zeer geduldige V. Zuylen zei: ‘ik durf je haast hier niet te laten.’ Nu alles is goed gegaan, ook de voordracht. Er waren (voor Winschoten) veel menschen. Over de 150. Nu weet ik wel -

Ziezoo Bruinsma is er ook al geweest. 't Is nu ½5. Om 5 uur kryg ik m'n eten. Daarna misschien 'n dutje op de sofa (je ziet, ik neem 't makkelyk op) dan theedrinken, me even voorbereiden, zonder inspanning (ik zal 't zelfde behandelen als te Arnhem, nl. ‘de belangrykheid van 60 j. leeftyd) [2.] Uiteindelijk werd het evenwel ook hier ‘Idealisme en realisme’. en tegen ½11 is de zaak weer afgeloopen. Daarnà komen Bruinsma, Hilda & Ymkje by me. - Ik wou zeggen: ik weet wel dat je nog verslag tegoed hebt van na Hengelo af, maar ik zie geen kans alle kleine ontmoetinkjes nu intehalen. De hoofdzaken weet je. Te Veendam heb ik geknord over rooken, en ze lieten 't! Ik zei dat ik niet verkoos te spreken in 'n kroeg of café chantant.

Ym en Hilda vinden Wou's portretje zoo snoepig, en ook ik ben er nu geheel mee vertrouwd. -

Ik ben bly dat Non jou ook heeft geschreven. Ik zond je haar briefje aan my, met verslag van m'n antwoord. In-weerwil van alles, zie ik er toch tegen op dat ze by ons komt, en 'n italiaansche schoonzoon [3.] Nl. Francesco Bassani, met wie Nonni op 30 september 1880 zou trouwen. vind ik onaangenaam. Ook Nonni zelf, hoe lief ze is, bleef my altyd vreemd. Dat drukt zoo! We moeten afwachten wat ze antwoordt. Als komen ze wil, moeten we haar natuurlyk best ontvangen. -

Die houding van M.A. [4.] M.A.: Marie Anderson. vis-à-vis [5.] vis-à-vis: tegenover (fr.) dien uitgever vind ik weer infaam. Zy lacht zeker over dat misverstand, en laat zich 't komplimentje over flinkheid aanleunen. Ajakkes! We mogen 't niet doen, maar anders had ik wel lust dien uitgever te waarschuwen. En hoe dom van haar! Meent ze dat het niet zal uitkomen? -

Ik hoor van Bruinsma dat de zaal vol zal zyn. Vrage hoe groot ze is. Ik wou dit niet vragen. -

Och, die lieve Wou die oplet of jy wel je portie krygt van wat lekkers. Uit alles maak ik op dat-i sedert m'n vertrek zeer is vooruitgegaan. Dat gezegde over die muzikanten, over de keizer van Rusland en meer van die aard. -

Ik heb Haspels verzocht je uit Rotterdam (in ronde som) te zenden wat-i van Hengelo, Hoogezand & Veendam in kas had. Hoeveel kreeg je?

Och ik zend je over 'n paar dagen weer wat geld, zoodra 't nl. de moeite waard is. Misschien reeds morgen. [6.] Misschien reeds morgen: deze woorden doorgestreept. Ik haal die door, anders ben je ongerust als 't langer duurt. Het kan zyn dat ik wacht op 'n plaats waar de bezorging aan de post me niet hindert, of waar 't wisselen voor goud me makkelyk is. Ik zal je altyd 'n post vroeger waarschuwen.

Die naaister was zoo byzonder aanbevolen door Mevr. V. Untzer! Wat beteekent toch zoo-iets? Zyzelf weet toch wel hoe 'n japon moet zitten? Nu, 't bankroet is zoo groot niet. -

Ik verlang naar huis, maar daar ik nog veel aftedoen heb, geef ik er niet in toe. Maar bedenk al vast hoe (beter waar?) je me wilt ontmoeten? Niet te Geisenheim. Goed! Maak eens 'n plannetje. Vind je Rudesheim goed? Als ik byv. daar jou & 't kind vond, en dan pr wagen [7.] pr. wagen: tot hier, vanaf Vind je Rudesheim goed? doorgestreept ik weet niet. Maak jy 'n plannetje. Ik kon byv. (van Arnhem) 'savends te Keulen aankomen om dan te Rudesheim te zyn als je 't ochtend- of middag uur daar geschikter vond dan savends. Regel dit naar goeddunken. My verder tegemoet te gaan dan Rudesheim is (ook voor Wou) geen pleizier meer. -

Ik heb aardigheid in je ‘vette beurs’. Doch daarvan later. Ik vind hem niet vet genoeg. -

Wil je misschien gemakshalve, 'n derde boekje aanleggen op naam van Walther DD? -

Ja, zeker zal ik Nicht Betje van m'n bezoek kennis geven. Voor ik daarvan iets bepaal, moet ik weten of Haspels nog nieuwe plaatsen heeft aangenomen. Wat er hapert aan Utrecht, Deventer, Zwol en nog 'n paar weet ik niet. Tot nog toe bemoei ik me met niets als met m'n taak.

Leeuwarden, Vrydag ochtend

Lezing best afgeloopen. Daarna bezoek in myn logement van Bruinsma, Hilda & Ymkje tot NB. over ½3. Ze waren allerliefst! Wat is die Hilda 'n snoepje! Telkens vond ik haar liever en bijouachtiger. Ze waren voldaan over m'n voordracht, en dit was 't heele publiek. De zaal was vol. Ik beweer dat er wel 400 menschen waren, maar V. Zuylen schynt van plan me maar 300 in rekening te brengen. Reeds verleden jaar twyfelde ik, maar je begrypt dat het 'n delikaat punt is. Ook z'n berekening over Groningen kan ik niet slikken. Van Winschoten zeg ik niets, maar Assen, Groningen & Leeuwarden te zamen bedragen volgens hem 200 gl. minder dan ik reken! Pleizierig! Enfin, over 't geheel heb ik groote satisfactie. Ik ben zeker dat 'n volgend jaar de zaal weer vol is, en dit weet ik van véél plaatsen. Dus, in één woord de reis is geslaagd, en je hoeft geen angst te hebben als ik aanst. jaar weer op m'n rooftocht ga. Bovendien, (afgescheiden van de byzaken) het ‘optreden’ zelf is me uiterst makkelyk. Na 2o of 3 uur sprekens ben ik niet eens moe. Ik kon terstond weer beginnen als ik wou. -

Het byeenzyn van-nacht was zeer fideel. Ik vroeg of er nachtdienst van den telegraaf was. Antwoord neen. Ik had je 'n groetje willen zenden, maar zou 't by nader inzien toch niet gedaan hebben. 1o om je niet te doen schrikken en 2o omdat ik er toch geen zoen in zetten kon. -

Schryf me wat Haspels je zond. Ik zend heden van hier of Heerenveen 500 gl. Dan is 't veilig. -

Dag beste Mies, dag lieve Wou. 't Is hier raar weer. Dàn erg slecht en dan weer op eens mooi. (Maartsch!) Ik ben wel en heb niet gehoest.

Dag kinderen.

Ik vond of kreeg hier geen brief. M'n laatste is 26, van maandagavend en dinsdag. Je begon: maandag, na ontvangst der depêche

Die Alberd. Thym c.s! 't deert me niet. [8.] Deze zin staat in de rechter marge. Zie bij 22 februari 1880.