12 januari 1880
Brief van Multatuli aan Mimi. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (⅚) beschreven. (M.M.) Met gedrukt kopje Chr Brugma. Hotel Weimer, Rotterdam. De brief werd op 13 januari voltooid.
Maandag ochtend 12 Januari 1880 beste Mies! Ik heb best geslapen en voel me heel wel. Tegen 12 uur ga ik naar Amsterdam, en ik zie niet tegen de lezing op. Ook niet tegen de heele sliert van de dan volgende 4 dagen. Daarom schryf ik je dat ik wèl ben. 't Is te verwonderen, niet waar?
Ik heb nu altyd nog maar twee brieven. Je hadt m'n adres niet. Ik gaf je tegen morgen (dinsdag) Levedag te Leiden op, maar misschien vind ik toch van avend wat by Funke.
't Verslagje van de lezing in den N. Rotterdammer [1.] Zie bij 11 januari 1880. is welwillender dan ik verwachtte. Ze maken (héél beschroomd echter) aanmerking op m'n gezegde ‘dat er te Atjeh niets veroverd is.’ en dat de ministers liegen. Nu, dáárop kan ik hem dienen. Of ik 't in druk zal doen weet ik nog niet. -
Ik betaalde daar m'n rekening. Wel, mèt fooien en na eindelooze boodschappen, veel brandstof & gas, en bediening op de kamer valt ze my niet tegen, schoon dat alles over de 30 gl bedraagt. Mèt de reiskosten beweer ik 15 gl daags noodig te hebben! Nu, als 't overigens goed gaat, kan 't lyden. [2.] Oorspr. gevolgd door Stel dat ik. -
Over 100 dagen is dat 1500 gulden, 'n heele som. Maar als ik door zéér op de kleintjes te letten (en byv. géén eten op m'n kamer te vragen, wat 'n sein is om gevild te worden!) 500 gl. uitwon, dan kon ik m'n taak niet afwerken. Zóó levende als nu, kàn ik 't doen, en als ik zuinig moet zyn, niet! -
Hier te Rottm ben ik best behandeld. (In Weimer, meen ik) -
te Amsm ga ik in 't Rondeel -
Ik laat toch m'n grooten koffer hier staan. -
Amsterdam dinsdag ochtend
De lezing hier was niet naar myn zin wat my aangaat, maar de menschen schenen tevreden. En de zaal was vol. Ik heb al ruim geld voor [3.] Oorspr. gevolgd door de. Eichelsh & Blumer [4.] Schuldeisers in Duitsland; (Eichelsheim)., maar heb geen bankpapier genoeg en kan nu niet uit om te wisselen. 't Heeft geen haast.
Ik voel me wel wat moe en had liever vandaag rustdag, maar ik moet straks naar Leiden. -
Ik vond hier je brief, waarin o.a. over Daantje. [5.] A.D., Baron van Verschuer (1848-1899), kapitein der artillerie; zie brieven van 15 en 17 januari 1880.
Haastig verzonden
Dag Mies, dag Wou!
adresseer
16o te Delft
volgende vyf dagen hot. Weimer
Rotterdam [6.] Oorspr. gevolgd door (daar kom ik.
(Dordrecht geldt niet)
22 den Haag. Keizershof -
Ik ben (nu negen uur) nog niet wakker.
Funke bleef tot over 12