15 februari 1878
Brief van Multatuli aan Mimi. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 3 beschreven. (M.M.)
Amsterdam, Vrydag middag 12 uur Rondeel lieve Mies, ik heb je gister niet geschreven. By Betsy natuurlyk geweest. Daarna hoop ik je
Ja toch, van Utrecht [1.] Multatuli vergist zich; die brief was van ‘eergisteren’: 13 februari.,
maar niet na by Bè
geweest te zyn.
Nu ik ben naar Amstm gegaan, en dacht dáár te kunnen schryven. Ik kon niet. Toen ik eindelyk te ½ 2 snachts vry was, was ik òp. Morgen hoor je van Bé, en verslag van m'n aank. te Amsterdam. -
Heden voordracht. Dus ook daarover morgen. Misschien van avend nog briefje op de post. -
Ik zie uit [2.] Ik zie uit: oorspr. stonder: Heb je m'n brief (....). je brieven (hier twee ontvangen. Dinsdag & Woensdag) dat je myn briefje na de lezing te Utrecht [3.] Utrecht: waarschijnlijk bedoeld: Rotterdam. eerst Woensdag ontv. hebt. Dat is erg. 't Was maandag nacht in de bus gegaan.
Ik verga van drukte. Hier vond ik 12, 14 brieven. Meesten nog niet geopend. Zeker aanvragen om lezing. Ik geef ze aan Le Gr. v Z & H. -
Le Gras gelooft dat de firma voor 'n tourneé aanst. jaar mits vooruit door hen geregeld (wat plaatsen & dagen & annoncen aangaat) wel 20.000 gl. bieden kan. -
Toch is niet dáárop alleen myn gezegde gegrond dat je voortaan niet weer gebrek aan geld hebben zal [4.] Toespeling op ‘Tandem’.. Misschien ga ik dat akkoord niet eens aan. -
Nu moe! Ik moet denken aan van avend. Morgen meer.