Multatuli.online

18 januari 1865

Brief van R.C. d'Ablaing van Giessenburg aan Dr.P.J. Koorn. (Kopieboek 3, blz. 40. M.M.)

Waarde Heer

Zoudt ge mij uiterlijk tot 1 Mei 1866 f 1000.- willen leenen tegen behoorlijken intrest?

Dekker heeft weder groot gebrek aan geld en biedt mij aan het uitsluitend eigendomsregt zijner werken, den 2en Bundel ingesloten dien hij thans bezig is af te werken, mits ik hem terstond nog f 1000.- bezorg.

1865 heeft mij door verhuizing, uitbreiding der zaken etc. zoo veel gekost, dat ik op het oogenblik de gevraagde som niet uit mijn zaak mag nemen; in 1866 is echter door de zekere winst op den 2den Bundel Ideen de som weer hoog en droog gedekt, zoodat het geen gevaarlijke speculatie geldt die ik wensch te ondernemen, maar een buitenkansje zooals mij geen twee malen zal voorkomen.

Zie dus S.V.P. dat ge mij helpt, een voor mij goede koop te doen en - daarenboven van mijne alles behalve aangename associatie met Dekker af te komen.

Nadere inlichtingen staan tot uw dienst.

In haast

Geheel de uwe

R.C. d'Ablaing van Giessenburg