Multatuli.online

* 15, 17 en 18 mei 1864

Brief van Multatuli aan Mimi. Afschrift-Mimi, folio 3-4. (M.M.) beste logement: The Old Bible, English and American Hotel, Warmoesstraat Amsterdam.

Zondag morgen 12 uur.

15? Mei.

...Ik ben waarlyk prettig gestemd. Er is al wat geld naar huis en weldra meer. Woensdag avond houd ik een lezing hier, en daarop heb ik al geld naar huis kunnen zenden. Dat drong zoo. Nu ik daarover kalmte heb, en hier zoo'n prettige kamer om te werken, ben ik waarlyk opgeruimd.

... Ik heb drokte dat is een goed teeken. 3de oplaag Ideen, eerste Bundel, dan schryven en correctie tweede Bundel. Dan prachtuitgaaf van 'n bloemlezing. Dan lezingen (voor geld; - never mind!) dan, dan, ja! allerlei.

O, en tine schryft zoo lief. Op 't eene woord van my, dat was eergister: ‘geld kan ik nog niet zenden, maar wees opgeruimd, ik ben 't’ anders niet. - Haar brief was verdrietig, maar moedig, en na myn briefje, schreef ze 'r 't stukje by dat ik je hierby stuur. Alleen op 't kommando van opgeruimd te wezen. Zoo zie je hoe nuttig tyrannie is.

(De ingesloten woorden van Tine zyn:)

‘ik ben dol gelukkig met je brief myn beste dek. god, zoo heerlyk. Ik ben als gek van geluk, goddank datje weg bent van Hotz. Och geef je maar goed toe om wat rust te nemen, ik meen in gedachten over akelige dingen. Ik zal opgeruimd zyn en goed zyn voor L. Ik ben heel bly, och! Ik was verdrietig maar nu is 't weer over. We zitten allen in 't Park. dag beste lieve dek, dol hoor. Och je weet een mensch is dikwyls zoo gek, en nog vind ik mezelve al heel, heel wys. Non is een zoet meisje, Dag lieve, lieve dek!’

Dinsdag. Ik ben in 't beste logement en heb de prettigste kamer die ik nog ooit ergens gehad heb. Dat ik hier aanlandde was toeval, maar 't kon niet beter treffen. Men is hier prevenant voor me, en alles is goed. Vast groeien zal ik hier niet, want ik kan hier goed werken en zal weldra geld hebben eerst voor huis, dan voor my...

...O die poetieke ware Minnebrieven. Ik heb den laatsten tyd precies doorgeleefd wat daar instaat tusschen byna krankzinnigheid en háár verschynen en aanwyzen wat ik doen moet...

...geloof niet aan moedeloosheid! Tine weet hoe ik me altyd ophef en taai ben, waarachtig! Zy beschouwt schynbare radeloosheid als afgaande koorts. De minnebrieven zyn waar, en daarom begrypt men ze niet. Als sprookje is 't nonsense, als feit verheven...

Ik lees morgen avond. Ik zie er ditmaal niets tegen op. Ik lees eenvoudig wat ik te zeggen heb aan Mevr. Pruimers, 't Is iets heel eenvoudigs ('t lezen meen ik) en alleen om voorloopig wat geld te hebben. Bekommer je 'r niet om.

Kyk, hoe vind je bygaand briefje? Maar om 't te doen begrypen hoort er een geschiedenis by. X. is een vry voornaam advokaat, voor 14, 16 jaar, toen jong, raakt-i in betrekking tot een meisje en krygt kinderen (ik geloof wel 6 of 8). De moeder sterft voor hy - om velerlei omstandigheden - trouwen kon. Dus onecht. In zyn kring, die deftig was, wordt hy natuurlyk geminacht. Van dat oogenblik neemt hy zich voor zyn kinderen hun onechte geboorte te vergoeden. Hy gaat wonen in een uithoek van de stad, en komt nergens, gaat nooit uit dan met zyn kinderen. Hy trotseert... neen, hy mydt de wereld. Hy heeft ontzettend veel praktyk, is op weg om ryk te worden, en spaart voor zyn kinderen. Dit alles hoorde ik, en ik had gelegenheid het optemerken, schoon ik er nooit aan huis ben geweest.

Nu is myn lezing over Mevr. Pruimers alleen voor heeren. Niet omdat ik iets zeg wat vrouwen niet hooren moeten, o neen! Maar ik wil de weinigen die er komen zouden niet blootstellen aan 't neus optrekken van de rest. Goed, voor heeren alleen. Maar dat spyt my wel, want ik had graag moeders onder myn gehoor. Nu zond ik X. een kaartje, en daarin zei ik dat ik wist hoe hy ‘moeder’ was. Daarop dit antwoord. Is 't niet lief?

Ik wil iets byna onmogelyks doen, en 't zàl. Kyk, ééns zei ik: ik wil gelezen worden. Nu dat ging. Maar de enthousiasme is nu versleten, dood. En 't weer opwekken daarvan is 'n Lazarus-historie. En dat wil ik. 't Is art. 1 van 't program dat me zoo prettig maakt. Het zal en 't kan: je zult zien. En de overwinning in 't eind!...

woensdag avond 12 uur (18?mei)

Ik heb gelezen en ze zeggen heel goed. Na de lezing word ik geconvoyeerd door veel heeren, en nog zit ik geentoureerd, en ben nog niet tot rust. Ze zeggen dat ik goed gelezen heb.