Multatuli.online

17 januari 1880

Verslag van de voordracht van Multatuli te Schiedam op 15 januari in de Schiedamsche Courant, no. 4843. (G.A. Schiedam; fotokopie M.M.)

- Welken Multatuli zullen wij hooren, den edelen, moedigen strijder voor waarheid, recht en vrijheid, zooals hij met zijn Max Havelaar voor het Nederlandsche volk optrad of den door strijd en teleurstelling verbitterden schrijver van Ideeën, die zijn anathema's slingert naar ieder, die het ongeluk heeft hem te mishagen? Zoo vroeg zeker menigeen zich af, die gisterenavond naar Musis Sacrum toog, om den schranderen denker en schrijver, wiens geschriften eene rilling door het land deden gaan, te hooren en... te zien.

Mogen zware beproevingen hun onmiskenbare sporen achtergelaten hebben op het gelaat van den zestigjarigen man, moge de strijd, dien hij twintig jaren lang gestreden heeft zijn lichaam verzwakt en veel van zijn inwendigen gloed gedoofd hebben, zijn geest is helder gebleven, wellicht helderder geworden.

Met minder vuur, doch niet zonder warmte, met minder kracht doch niet zonder waardigheid en fierheid, met meerder scherpte, doch zonder bitterheid stond de Multatuli van den Max Havelaar voor ons. Zijn keurige taal, zijn onovertroffen beelden wekten de herinnering op aan den man, die ons voor twintig jaren in verrukking bracht door zijne toespraak tot de Lebaksche Hoofden.

Zeer alledaagsche zaken maakten het onderwerp van zijne bespreking uit. Hij ging uit van de stelling dat slordigheid in het spreken leidt tot slordig denken, en staafde haar door eenige bewijzen, die wij nu juist niet altijd gelukkig gekozen kunnen noemen. Wij meenen veilig te mogen aannemen, dat de opgeworpen stelling voor alle toehoorders nog lang niet voldoende bewezen was. Dit scheen dan ook minder in de bedoeling van den spreker te liggen. Gedachteloos spreken, het verkeerd gebruik van woorden en uitdrukkingen en het overnemen van holle phrasen te bestrijden en aan te sporen tot denken over hetgeen wij hooren, zien en lezen, was de hoofdstrekking van zijn betoog. En hierin slaagde hij meesterlijk.

De verklaring van eenige zijner ideeën wees ieder den weg, hoe hij moet trachten door te dringen in den geest van den schrijver, ‘opdat hij deelgenoot worde van diens firma.’

Mogen alle aanwezigen niet door Multatuli overtuigd zijn geworden, wat wij betwijfelen, dat ‘genot deugd is,’ allen zullen toch zeker wel beamen, dat zulk genot, als hij ons gisterenavond verschafte, ten minste deugd kweekt, omdat het nieuwe impulsie geeft aan het streven naar waarheid.